Wet maatschappelijke ondersteuning

test

Een uitleg over;

de wetten Zorg & Ondersteuning sinds 2015

Iedereen moet zo lang mogelijk zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. Veel inwoners zijn daar zelf toe in staat. Anderen lukt dat niet vanwege ouderdom, ziekte, handicap of psychische problemen. Als dan ook de hulp van de omgeving (familie, buren, kennissen, vrijwilligers) niet langer toereikend is, kan men een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

De gemeente voert de Wmo uit en voor hulpvragen kan men bij de Wmo-loket van de gemeente terecht. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om vragen op het gebied van:

  • Hulp bij het huishouden;
  • Hulpmiddelen (traplift; rolstoel e.d.;
  • Aanpassingen in de woning;
  • Vervoer in de eigen regio;
  • Begeleiding en dagbesteding.

Bij het verstrekken van ondersteuning maakt de gemeente onderscheid tussen algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen.
Bij de aanvraag voor een algemene voorziening valt te denken aan sociaal vervoer, maaltijdvoorziening, klussendienst e.d.. Na de aanvraag vindt geen diepgaand onderzoek plaats naar de behoefte. Dat is wel het geval voor maatwerkvoorzieningen, die volledig zijn toegesneden op de specifieke behoeften van de cliënt. Aan het toekennen van de voorziening gaat een onderzoek vooraf, het zogenaamde keukentafelgesprek. Tijdens dit gesprek kan de cliënt zich laten bijstaan door een onafhankelijke cliëntondersteuner.

Voor een aantal voorzieningen geldt vanaf 2020 een eigen bijdrage van 19 euro per maand. Voor andere voorzieningen gelden regels t.a.v. de eigen bijdrage.

Uitgebreider informatie over de Wmo en de bijdragen aan voorzieningen kunt u lezen u op de site van de gemeente. Op de site van Welzijnswerk Midden-Drenthe treft u informatie aan over cliëntondersteuning.